Ketenaansprakelijkheid

Ketenaansprakelijkheid voor het loon

De kern van de WAS is ketenaansprakelijkheid voor het loon. Een werknemer zal eerst zijn werkgever moeten aanspreken en een loonvordering instellen. Nieuw is dat de opdrachtgever ook direct (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld kan worden. Alleen als de vordering niet kan worden voldaan door de werkgever en diens opdrachtgever kan de werknemer vervolgens hogere schakels in de keten (volgtijdelijk) aanspreken. Dat moet de werknemer dan stapsgewijs van laag naar hoog in de keten doen.

Eén schakel hoger in de keten aanspreken kan alleen indien er sprake is van:

  1. De werkgever en/of diens opdrachtgever, of een volgende schakel heeft geen bekende woon- of verblijfplaats en kan daardoor niet aangesproken worden.
  2. De werkgever en/of diens opdrachtgever, of een volgende schakel is niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of in enig buitenlands register voor ondernemingen.
  3. De werkgever en/of diens opdrachtgever, of een volgende schakel is failliet verklaard.
  4. Na een onherroepelijke uitspraak van de rechter waarin de werkgever en/of diens opdrachtgever is veroordeeld tot voldoening van het loon, kan de werknemer zijn recht op voldoening van het loon jegens de werkgever (of een volgende schakel in de keten) niet effectueren.
  5. Indien de rechter heeft bepaald dat een aansprakelijk gestelde opdrachtgever niet kan worden verweten dat het aan de werknemer verschuldigde loon niet is voldaan (disculpatie).

In zeer uitzonderlijke gevallen kan werknemer direct de hoofdopdrachtgever aansprakelijk stellen. Dat kan wanneer:

  1. Er sprake is van ernstige onderbetaling (bijv. indien 3 maanden achtereenvolgens minder dan 50% van het verschuldigde loon is betaald).
  2. Na het verstrijken van 1 jaar nadat een werknemer bij zijn werkgever heeft aangegeven onderbetaald te worden en het verschuldigde loon nog niet is voldaan.

Keurmerk in de wet opgenomen

Wordt een opdrachtgever aansprakelijk gesteld dan is het van belang dat hij kan aantonen niet-verwijtbaar gehandeld te hebben. Alleen dan hoeft een opdrachtgever die aansprakelijk is gesteld de loonvordering niet te voldoen. In de WAS is opgenomen dat een opdrachtgever op drie manieren kan aantonen dat hij niet-verwijtbaar heeft gehandeld, namelijk:

  1. Door het opnemen van contractuele bepalingen
  2. Door het instellen van een onderzoek
  3. Door het werken met een bedrijf dat een keurmerk heeft ten aanzien van de Wet Aanpak Schijnconstructies.

Het keurmerk is een belangrijk onderdeel in een totaalpakket van maatregelen (naast bijv. contractuele bepalingen) om niet verwijtbaar gesteld te worden.